De Backbone farm ligt in een prachtige vallei, omgeven door bos en Appalachian Mountains. Max en Katharine houden koeien, paarden, varkens, kippen, konijnen en 4 gekke kinderen. Een week lang helpen we met oogsten, wieden, paddenstoelen zoeken, groenten wassen en conserveren, hout hakken, een auto uit het bos bevrijden met onze 4x4… Alles is biologisch en Max bewerkt het land zelfs met de paarden. Ook al moeten we ’s morgens voor 7u met een dikke trui uit bed, we genieten van het ritme, de eenvoud en de warmte van de familie.
Intussen bezochten we ook de Walmart, een giga-supermarkt waar we nagenoeg álles vonden om onze auto in te richten en te bevoorraden. Als je wilt koop je er zelfs -only in America - een paar geweren. We maakten een uitstapje naar Blackwater Falls, een state park waar we (luid babbelend om de beren te verwittigen, serieus) een mooie wandeling maakten, op een balancing rock klommen en een beetje naar watervallen keken. Beren vonden we niet, maar de herten des te meer, gevaarlijk dicht bij de auto. In de West Virginia Blue Ridge Mountains vonden we ook het minidorpje Thomas, het leek voor ons een onuitgesproken mekka voor kunst en muziek. Ook al was er slechts 1 galerij en muziekcafé, we deden er evenveel inspiratie op als een week New York.
Morgen vertrekken we richting Great Smokey Mountains national park, daarna Nashville en Memphis, kilometertjes vreten maar gelukkig hebben we een nieuwe radio die ons al een beetje Johnny Cash en Elvis Presley nummertjes kan spelen.
Ons monster
Max op weg om het land te bewerken
Robin pelt look voor de farmersmarket
Een grote champion die we vonden in het bos,
en die we diezelfde avond opaten. Mjum
Optreden in The Purple Fiddle
Blackwaterfalls
Een riviertje op onze wandeling
Miet
Een hert op 2meter van onze auto
(niet de eerste en zeker niet de laatste denk ik)
Iris, 1 van de dochters van de Backbone farm