vrijdag 24 februari 2012

Weir doen voesj!

Cartagena was de perfecte setting om een paar dagen op onze auto te wachten. We hadden een romantisch, wit kamertje in een koloniaal hotel met enkel een groot bed en een plafondventilator.  Tussen de bezoekjes aan salsaclubs en boekenwinkels door, spendeerde Robin veel tijd in de haven, douane en importeurskantoor. Maar het loonde allemaal de moeite, na een dag of zes cruisden we alweer met ons rood-wit geweld tussen de kraampjes met ongelooflijk lekker street-food. We raakten reeds verslaafd aan de beste vervanging van een Belgisch pak friet, de salchipapa: Een bakske gevuld met een laag frieten, laag ketchup, een versneden cervelaat en eventueel wat stukskes kip, laagske saus, sla, mayonnaise, tomaten, dressing en gemalen straffe kaas. En dat doorspoelen met een ‘Club Colombia’ (bijna Belgische pils). De verloren zeeziekte kilo’s zijn er alweer bij!

Alvorens richting evenaar te rijden maakten we een omweg langs  het Noordelijkste deel van het continent. Onderweg dompelden we ons even in een (2km diep) modderbad in de krater van een vulkaan (een klein vulkaantje bleek toen we de 30 meter hoge modderpuist in zicht kregen). Superplezant en mega raar, nog raarder was toen we over een vrouw haar hele dikke kont becommentarieerden en ineens hoorden (van iemand anders gelukkig) ‘zidde hunder van Belhië?’.

De volgende dag kwamen we op onze weg Noordwaards onze Indische bootvriend Shyam tegen. Hij fietst van Canada naar Ushuaïa en kwam tot nu toe nog nooit in de verleiding eventjes te liften. Maar deze keer had hij ‘geen benen’ en propte hij met plezier zijn fiets, bagage en zichzelf in onze koffer om met ons naar Taganga te reizen. Zo plezierig om nu ook deel van zijn verhaal uit te maken. In Taganga troffen we een toffe hippiesfeer aan. De hele dag en nacht werd er overal muziek gemaakt en gewoon heerlijk niets gedaan. Hier en daar kwamen we nog wat bootvrienden tegen die we waarschijnlijk de komende maanden overal tegen het lijf zullen lopen.

Dat we hier op reis niets van thuis moeten missen bewees het Carnaval van Baranquilla. Op zaterdag baanden we ons een weg door een paar honderduizend carnavalisten en werden we op een (gevangenis)muurtje gehesen om de parada Las Flores te kunnen zien. Inclusief praalwagens en Miss Colombia Beauties met pluimen in hun gat, naar’t schijnt het grootste carnaval na dat van Rio. Na twee dagen hadden we het wel gezien en verlieten we deze voor de rest vieze, stinkende stad. Na een stuk of 20 dure péages, een platte band en een mooie rit door het beginnende Andes gebergte zijn we in Medellin aangekomen. Ooit de gevaarlijkste stad ter wereld waar Pablo Escobar een prijs op het hoofd van elke flik zette. Nu een bruisende metropool waar voor ons niet veel te beleven valt, dus gaan we terug op zoek naar een watervalletje en een natuurwandeling. Doeme voesj? Weir doen voesj!


Cartagena meubelmaker 

Sus & Wis gevonden!

Happy Miet 

Modderzoen

Die krijgen we er wel in!

Ons leven zoals het is - Taganga

Ons vogeltje

Captain Robin

Carnaval


3 opmerkingen:

  1. O! jullie zijn negertjes geworden in het modderbad!:)

    & mietie - wat zien je haren er weer dead-ig uit! mooi!


    geniet ervan daar!

    x
    lise

    BeantwoordenVerwijderen
  2. ...nen Sus & Wis in 't nederlands??? :-)

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Waaa zo cool, deden jullie dan moddergevechten?
    gekkerds!
    veel plezier nog en dikke zoenen!

    BeantwoordenVerwijderen