zaterdag 21 april 2012

Patsjoe Mietsjoe

Met onze koude voeten in dikke kousen gewikkeld verkenden we Cuzco, de magische stad. Hier en daar zit een mevrouwtje met haar dikke vriend de lama, en je botst tegen Inca's die graag op de foto staan. Vooral aan de twaalf hoekige steen, een ongelooflijke puzzelconstructie. Robin zijn ogen vielen uit zijn hoofd toen we een Norton pub tegenkwamen, vol posters, t-shirts en brol van moto's. Gelukkig konden we daar ook iets drinken. Met hoogteziektehoofdpijn kroop hij in bed en fladderde Miet nog een beetje rond op een muziekfestivalletje.

Langs verschillende archeologische site's baanden we onze weg naar de Sacred valley, daar verkenden we een eeuwenoude Inca-citadel op een bergtop. Met de grappen van Urbanus op de radio zigzagden we verder door de vallei en sliepen we in een dorp waar in 700 jaar nog niets veranderd is. De volgende dag passeerden we tientallen mountainbikers op een heerlijk kronkelende bergaf, jaloers! Maar gelukkig moesten wij niet omhoog trappen op de dirtroad die erop volgde. Een nieuwe 'trampolin' waar Robin deze keer rillingen kreeg van de diepte naast zijn stuur. De laatste kilometer werd nog met schoppen en pikhouwelen van een lawine vrijgemaakt en wijlen blij met onze offroadcamionette. Hoe doen die mannen met hun Fiat-Panda-look-a-likes dat hier toch allemaal? Na een dagje moeizaam bollen parkeerden we aan een stationnetje in the middle of nowhere, het dichtste punt dat je met de auto bij Machu Picchu kan geraken.

Meteen begonnen we aan onze wandeling langs het spoor naar Aguas Calientes, waarom zouden we geld verspillen aan een dure trein als zo'n mooie wandeling door de bergen het alternatief is. Na twee uurtjes in scoutspas kwamen we aan in gringotown en gingen we na een dure pizza vroeg naar ons hostelbed, met de wekker om half vier! Voor dag en dauw, met slapers in de ogen begonnen we aan de beklimming van Machu Picchu. Om vijf uur ging de poort aan de voet van de berg open en stormden we met dertig andere enthousiastelingen richting doel. Aan de andere kant van het water was men echter al het spoor zoek en leidde MieRo de bende in de goede richting. Na een half uur omhoog, minus twee liter zweet en met twintig cocabladeren achter de tanden moesten we de echte alpinisten toch laten voorgaan terwijl wij eventjes bekwamen. Maar met herwonnen moed kwamen we net voor zes uur boven, op tijd om de zon over de bergen te zien loeren (nog net voor de éérste toeristenbus) en bij de eersten ons ingangsticketje te laten scheuren.

De beloning voor het uurtje hard labeur was een lege Inca stad die ontwaakte onder het gedempte ge-ooow en ge-waauw van de stappers. We legden ons in het gras, lieten ons lichaam de energie van alles rondom ons opslorpen en begonnen uiteraard aan een fotosessie alvorens de muurtjes volliepen met Japanners. De komende uren stal ons oor hier en daar een uitlegje van een gids, verkenden we de huisjes en zelfs stadsdouches en zagen we (uiteraard) eerdere reisgenoten terug. Vanop de bergtop zagen we ook de route die we de dag ervoor hadden afgelegd en die we dus vandaag weer zouden terugstappen. Op de weg naar beneden, waarbij knikkende knieën niet onder controle te houden waren, bezochten we nog het museum en wandelden met een hoofd licht van de magie naar ons huis op vier wielen.


'Inca'

Norton Pub

Incamuur

Op naar Machu Picchu

Treinspoor

Vroeg uit de veren

We zijn er!

Machu Picchu ontwaakt

Kijk daar ligt Patsjoe Mietsjoe!


1 opmerking: